Mentor, huismeester, vraagbaak, opa, papa, de Groenste Bewoner (van Nederland!). Van allerlei titels kreeg Tejo Verdonschot (72) op Space-S. Maar hij was vooral hét voorbeeld van een betrokken bewoner. Nu hij verhuisd is, werd het tijd voor een afscheidsinterview.
Waarom paste Space-S zo goed bij je?
‘Door de saamhorigheid, met jong en oud samenwerken. Ik was 64 toen ik me hiervoor aanmeldde. Maar ik heb heel mijn leven met jonge mensen gewerkt. Ze begeleiden en kennis overdragen, dat is wat ik graag doe. Wat ze mij geven? Dat ik niet afstomp! Ze stellen kritische vragen: waarom is dat? Kan dat niet anders?’
‘Ik heb altijd mensenwerk gedaan. Oorspronkelijk kom ik uit de psychiatrie, hier op het GGZ Eindhoven. Daar heb ik 41 jaar gewerkt. In de jaren negentig heb ik ook nog tuinarchitectuur gestudeerd, naast verpleging en omgaan met agressie. Maquettes maken, licht aanbrengen, een tuinplan maken. Dat kon hier ook, dat sprak me erg aan. Dus hebben we hier een plan bedacht voor de daktuin op Blok 4.’
‘We hadden een mooi clubje. Van de oorspronkelijke vijf leden is nu alleen Niek Lambregts over. Nu zijn er weer jonge studenten bijgekomen, dat is echt leuk. Ze zitten niet zozeer zelf in het groen, maar weten veel van planten binnen of werken bij opa in de moestuin.’
Waar komen die groene vingers vandaan?
‘Ik kom uit een arme familie in Budel, waar mijn vader bij de zinkfabriek werkte. Maar we hadden een grote tuin, net als de arbeiders van Philips hier in het Drents dorp. Alles was zelfvoorzienend, we kweekten onze eigen groenten. Daar ben ik dus mee opgevoed.’
‘Daarna ben ik naar Eindhoven gegaan en heb ik altijd een eigen moestuin gehad, onder anderen op Welschap hier in de buurt. Ook heb op een boerderij in Sint-Oedenrode gewoond, waar ik duizend vierkante meter moestuin had.’
Weet je nog hoe je op Space-S bent beland?
‘Ik hoorde er voor het eerst van op de Feelgood Market op Ketelhuisplein in 2014. Daar zag ik toen een kraampje van Space-S staan, waar ik informatie heb ingewonnen. Sindsdien ben ik bij de bijeenkomsten geweest.’
‘Dat ik op zoek was naar een woning had te maken met mijn scheiding. Van de ene op de andere dag ben ik weggegaan. Ik heb even een tijdelijk appartementje gehad, want het huis was nog niet verkocht. En voordat ik hier kwam, heb ik twee weken gezworven bij vrienden en kennissen met een koffer. Toen ik hier de sleutel kreeg, was er nog niks. Ik heb hier een maand op een veldbedje geslapen, met lakens op de grond tegen het stof. Want het moest nog helemaal ingericht worden, er zat niet eens een keuken in.’
‘Maar het appartement dat ik nu verlaat is twee jaar jonger dan de andere woningen op Space-S. Drie jaar geleden op 1 januari is mijn woning uitgebrand door een vuurpijl die op mijn balkon terechtkwam.’
‘Die nacht was het feest op het dakterras en in het buurthuis. Om twaalf uur ben ik op het dakterras naar het vuurwerk gaan kijken. Een kwartier later ben ik naar beneden gegaan om op te ruimen in het buurthuis. Daar kreeg ik een telefoontje. Tejo, kom eens, er is brand op het dakterras. Wat zou daar gebeurd zijn, dacht ik. Ik kwam namelijk net van het dakterras af. Dus ik liep over de Torenallee en zag dat alles was afgesloten door de brandweer. Ik ben naar de overkant gelopen, keek omhoog, ging tellen en dacht: shit, dat is het mijne.’
Wat was het hoogtepunt van al die jaren?
‘Het moment waarop we de daktuin konden gaan inrichten. Alles was uitgedacht, maar toen konden we ons echt gaan uitleven. Met ontzettend veel kruiden bijvoorbeeld: salie, bieslook, kerrie, appelmunt, peterselie, tijm, citroenmelisse, oregano, rozenmarijn. Maar ook de fruitbomen en bessenstruiken die er staan zijn bijzonder. Bijna alles is eetbaar.’
‘Ik heb altijd gezegd: ze moeten me hier tussen zes plankjes wegdragen. Hier wil ik de rest van mijn leven slijten. Alleen het lot heeft besloten dat ik twee jaar geleden verliefd ben geworden.’
‘Tweeënhalve maand geleden zijn we gaan kijken of we eens samen konden gaan wonen. Weliswaar in een bejaardenhuis, maar het appartement is dertig procent groter dan hier. De dochter van mijn vriendin Hennie zei ook: mam, waar wacht je op? Tejo wordt 72, het wordt onderhand tijd.’
‘Deze periode heeft mij zoveel voldoening gegeven. Ik kende niet iedereen, maar iedereen mij wel. Van de nieuwsbrief bijvoorbeeld of van de appgroepen. Op een gegeven moment zat ik in alle zeven workspaces, heb ik wat afgestoten en zijn er andere kartrekkers gekomen. Want ik stak overal m’n neus in.”